Krabi
Na een aantal dagen zwoegen in Bangkok besloten we onszelf te belonen met een weekje eilandhoppen. Bij Krabi scheen het leuk te zijn dus we boekten een (nacht-)busrit die kant op. Na zo’n 12 uur stuiteren in een VIP bus (je reist in stijl of niet, stoelen die bijna kunnen liggen!) aangekomen op Krabi busstation, maar nog niet op het strand. En wat blijkt, na even daadwerkelijk iets lezen over Krabi blijkt het óók niet aan het strand te liggen! Dan maar voor 1,5 euro pp met de open Jeep naar Au Nang, een toeristisch kustplaatsje nabij op 50 minuten rijden. Hotel gezocht, ingecheckt, strandtenue aan en op naar het tropische strand aan de Andamanzee. ‘s Avonds een pizza gegeten (het is immers toeristisch dus waarom niet) en een Thaise massage (pijnlijk met spierpijn).
Koh Lanta
In de ochtend met een busje naar Koh Lanta (gek he, naar een eiland?) geraced, we werden bij het hotel gedropt: Hotel Tropicana (En tropisch was het zeker, of meer exotisch. Nee, ik zeg het verkeerd, ik bedoel inheems. Het viel ietwat tegen, maar bikkels die we zijn hebben we onze 3 nachten hier volgemaakt tussen de mieren en rotte planken). De eerste avond heerlijk bij het Hollandsche ‘Red Snapper’ gegeten, curries en tapas. De volgende dag een scooter gehuurd, met chauffeurs (Erik én Kelly). Vlot rondbrommeren met 50cc richting Old Town, de Old Town pier, het Viewpoint en naar Ban Sala Dan. Bij het laatste een verse vis naar binnengewerkt: aanrader van de Lonely Planet, maar niet heel bijzonder.
De overige dagen zijn we op Koh Lanta gebleven en hebben we een ander resort gezocht. We hebben aan het strand gehangen en aan het zwembad van ons resort (met uitzicht op zee, not too shabby, he?). Ook hadden we een Zweeds echtpaar ontmoet met een huis op het eiland. Ze gaven ons hele goede eettips en hier hebben we vrijwel elke avond gretig gebruik van gemaakt. Daarnaast zijn we uitgenodigd om een motortrip door Zweden te maken, en wellicht een goede deal aangeboden op een import-Ducati.